COLUMN

Dewulf DENKT : darkroom

  • By Pascal Dewulf
  • On December 1, 2020

Het was Zwitserland dat eerder deze week de knuppel in het hoenderhok gooide. Een referendum zou bepalen of bedrijven er al dan niet onder de zogenaamde ketenverantwoordelijkheid moeten vallen. Dat zou hen eindverantwoordelijk maken voor de faire herkomst van hun producten en de ethische productieprincipes ervan. De geest was uit de fles. Het Trojaanse paard werd het Zwitserse bedrijfsleven binnengereden.

Ketenverantwoordelijkheid

Agelopen weekend keek ik wezenloos rond in de versafdeling van de lokale supermarkt. In koelkasten allerlei soorten broodbeleg in plastic verpakkingen, wachtend op gretige afnemers. 5 schijfjes in een plasticverpakking. 5 schijfjes waarvan de herkomst en samenstelling van het vlees, kaas of vegetarisch beleg vaak weinig transparant zijn. Zo een pakje broodbeleg lijkt op die manier nog het best op een darkroom. Je weet uiteindelijk niet wat je beet hebt, maar je gaat door op de tast. Omdat je er zin in hebt. Van horen zeggen, laat dat duidelijk zijn. Als consument is er met andere woorden nauwelijks zicht op wat er met je product gebeurt. Al die plastic rotzooi ? Daar beslis je eveneens niet over. Je kan bij de plaatselijke slager terecht en daar gebruik maken van een schijnbaar papieren verpakking. Plastic zit er sowieso in, anders druipt er allerlei rotzooi in je winkeltas. Je kleding ? Idem dito. De kans is immers groot dat je een kledingstuk aan hebt dat ergens aan de andere kant van de wereld in een sweatshop werd vervaardigd. Dat kan je als consument onmogelijk weten. De smartphone in je achterzak ? Let’s not go there. De overheid en bedrijfsleiders probeerden de voorbije decennia de verantwoordelijkheid veelal bij de consument te leggen. Verantwoord winkelen heette zoiets dan. Hypocrisie ten top. Ondertussen konden zij rustig verder met hun favoriete bezigheid: graaipolitiek. De consument moest het maar uitzoeken. 

“Zo een pakje broodbeleg lijkt op die manier nog het best op een darkroom. Je weet uiteindelijk niet wat je beet hebt, maar je gaat door op de tast. Omdat je er zin in hebt.”

Schuifafpolitiek

In Zwitserland leken ze er genoeg van te hebben, van die schuifafpolitiek. Tijd voor een juridisch kader dat niets meer aan het toeval zou overlaten. Ketenverantwoordelijkheid. De geest was uit de fles. Dat maakte bedrijven plots wel eindverantwoordelijk over hoe hun producten tot stand komen. Of, hoe een conservatief land plots heel progressief kan zijn. Door dat wettelijke kader zouden bedrijven bovendien de hete aardappel niet langer kunnen doorschuiven richting consument. Een paar dagen geleden was het zover: de Zwitserse overheid hield een referendum onder de bevolking rond de zogenaamde ketenverantwoordelijkheid voor bedrijven. Referenda zijn in Zwitserland trouwens gemeengoed. Ze zijn een uitstekend instrument in een goed draaiende democratie. Het bedrijfsleven schreeuwde echter moord en brand. Ketenverantwoordelijkheid klinkt voor bedrijven immers zoals wijwater klinkt voor de duivel. Het verdienmodel waarbij ze hun winsten binnenharken, dreigt zo helemaal ten onder te gaan. 

Tranen, champagne en ketenverantwoordelijkheid

Met de hakken over de sloot (50,7%) haalde het voorstel een meerderheid onder de Zwitserse bevolking. Zijn de Zwitsers dan toch niet echt fan van verantwoordelijk ondernemen ? Toch wel, maar er zijn ook andere variabelen in het spel. Jan modaal is doorgaans niet echt geïnteresseerd of betrokken. Geef hem een pilsje en een partijtje voetbal en de wereld draait door. Daarnaast is er ook een grote groep mensen die vaak niet goed weet waar het echt over gaat. Spijtig. Maar goed, voorstel aangenomen dus. Toch ? Neen hoor. Niet alle Zwitserse kantons gaven immers groen licht, en ook dat is een vereiste om een voorstel via referendum goedgekeurd te krijgen. In de executive seats omhelsden de bedrijfsbonzen mekaar in tranen (als je op je geldberg mag blijven zitten, is social distancing plots bijzaak) en de champagne werd bovengehaald. Maar, het is nog iets te vroeg om de champagnekurken te laten knallen. Op Europees niveau hebben ze ondertussen immers ook lucht gekregen van die ketenverantwoordelijkheid. De olifant staat dus nog altijd in de kamer, ondanks dat iedereen hard zijn best doet om hem niet te zien. 

“Ketenverantwoordelijkheid klinkt voor bedrijven immers zoals wijwater klinkt voor de duivel. Het verdienmodel waarbij ze hun winsten binnenharken, dreigt zo helemaal ten onder te gaan.”

De lasten en lusten

Een eenzijdig Zwitsers initiatief zou sowieso een maat voor niets geweest zijn. Nobel, dat wel. Indien het wetsvoorstel er zou zijn doorgekomen, verhuisden multinationals hun hoofdkantoor ‘s anderendaags immers gewoon naar een ander land. Probleem opgelost. Denk bovendien niet dat je als consument met die ketenverantwoordelijkheid plots in een consumentenwalhalla terecht komt waar we met z’n allen in een perfecte wereld samenleven. Die ketenverantwoordelijkheid betekent immers ook dat je als consument al je spullen plots flink duurder zal betalen. Ben jij bereid om de wereld een stuk beter te maken, zelfs wanneer dat betekent dat je daarvoor (flink) extra in je geldbeugel zal moeten tasten ? Uiteindelijk wordt het dus toch een gedeelde verantwoordelijkheid. Die had je waarschijnlijk niet voelen komen. Het verhaal van enkel de lusten en niet de lasten, weet je wel. Bedrijven kennen het. Jij waarschijnlijk nu ook.